Voor infraroodverwarming heb je minimaal isolatiewaarden van Rc 2,5 m²K/W voor muren en Rc 3,5 m²K/W voor daken nodig. Goed geïsoleerde ruimtes maken infrarood veel effectiever omdat de warmtestraling direct objecten en mensen verwarmt in plaats van lucht. Slechte isolatie zorgt voor warmteverlies en hogere energiekosten bij infraroodpanelen.
Waarom is goede isolatie belangrijk bij infraroodverwarming?
Infraroodverwarming werkt heel anders dan traditionele verwarming omdat het geen lucht verwarmt, maar objecten en mensen direct opwarmt met warmtestraling. Deze warmtestraling moet wel in de ruimte blijven om effectief te zijn. Bij slechte isolatie verdwijnt de opgewarmde lucht en objecten koelen sneller af, waardoor je infraroodpanelen constant moeten bijverwarmen.
Het grote voordeel van infrarood is dat je directe warmte voelt zodra het paneel aanstaat. Maar als muren, ramen of het dak slecht geïsoleerd zijn, verlies je deze warmte net zo snel weer. Je energiekosten schieten dan omhoog omdat de panelen veel langer moeten draaien om de gewenste temperatuur te houden.
Bij traditionele verwarming warm je lucht op die door de ruimte circuleert. Bij infrarood warm je muren, vloeren en meubels op die vervolgens als warmtebron fungeren. Deze objecten moeten hun warmte kunnen vasthouden, anders werkt het systeem niet efficiënt.
Welke isolatiewaarden heb je minimaal nodig voor infraroodpanelen?
Voor effectieve infraroodverwarming heb je minimaal Rc-waarden van 2,5 m²K/W voor muren en Rc 3,5 m²K/W voor daken nodig. Vloeren moeten minimaal Rc 2,0 m²K/W hebben, en bij ramen is HR++ glas (Uw 1,1 W/m²K) het minimum. Deze waarden zorgen ervoor dat de warmte die infraroodpanelen produceren niet meteen weer weglekt.
Voor kantooromgevingen zijn deze minimumwaarden vaak niet genoeg. Daar werk je beter met Rc 3,5 m²K/W voor muren en Rc 5,0 m²K/W voor daken. Kantoren hebben veel ramen en hoge ruimtes, waardoor warmteverlies sneller optreedt.
Ramen zijn altijd het zwakste punt bij infraroodverwarming. Zelfs goed geïsoleerd glas laat meer warmte door dan een muur. Plaats infraroodpanelen daarom nooit direct tegenover grote ramen, maar richt ze op vaste muren die de warmte kunnen opslaan en terugstralen.
Wat is het verschil tussen isolatie voor infrarood en traditionele verwarming?
Bij traditionele verwarming is luchtdichtheid het belangrijkst omdat je warme lucht in de ruimte wilt houden. Bij infraroodverwarming gaat het vooral om het vasthouden van warmtestraling en het voorkomen dat opgewarmde oppervlakken hun energie verliezen. Dit betekent dat isolatie bij infrarood anders geprioriteerd wordt.
Traditionele verwarmingssystemen kunnen nog redelijk functioneren bij matige isolatie omdat ze continu lucht opwarmen. Infraroodverwarming is veel gevoeliger voor warmteverlies omdat het systeem afhankelijk is van opgewarmde massa in de ruimte.
Voor bestaande gebouwen betekent dit dat je mogelijk extra isolatiemaatregelen nodig hebt voordat infrarood een goede optie wordt. Vooral bij oudere kantoorpanden met veel glas en hoge plafonds moet je eerst de isolatie op orde brengen.
Het voordeel is wel dat infrarood lokaal verwarmt. Je kunt specifieke werkplekken of zones verwarmen zonder het hele gebouw op temperatuur te brengen, wat energiebesparend werkt bij goede isolatie.
Hoe controleer je of je huidige isolatie geschikt is voor infraroodverwarming?
Begin met een thermografische scan in de winter om warmtelekken te identificeren. Je kunt ook zelf controleren door op koude dagen je hand langs muren, ramen en plafonds te bewegen. Voel je koude plekken of tocht, dan lekt daar warmte weg. Check ook of ramen beslaan – dat wijst vaak op slechte isolatie.
Vraag de isolatiewaarden op bij je gebouwbeheerder of laat ze professioneel meten. Veel kantoorgebouwen hebben deze gegevens in het energielabel of technische documentatie. Vergelijk deze waarden met de minimumvereisten voor infrarood.
Test het praktisch door op een koude dag een elektrische kachel in de ruimte te zetten. Blijft het lang warm nadat je de kachel uitzet? Dan houdt de ruimte warmte goed vast. Wordt het snel koud? Dan heb je waarschijnlijk isolatieproblemen die infraroodverwarming inefficiënt maken.
Let vooral op hoeken waar muren en plafonds samenkomen, rondom ramen en bij ventilatieroosters. Dit zijn vaak de zwakke plekken waar warmte weglekt.
Welke isolatiematerialen werken het beste bij infraroodpanelen?
Voor muren werken minerale wol en PIR-platen het beste bij infraroodverwarming omdat ze goede isolatiewaarden bieden zonder veel ruimte in te nemen. Glaswol is goedkoper maar heeft meer dikte nodig voor dezelfde isolatiewaarde. Vermijd reflecterende isolatie achter infraroodpanelen – dat kaatst de warmtestraling terug.
Bij daken zijn PIR-platen of PUR-schuim ideaal omdat ze hoge Rc-waarden halen met relatief dunne lagen. Voor kantooromgevingen is dit praktisch omdat je geen plafondruimte verliest.
Voor vloeren kies je bij voorkeur voor XPS-platen of PIR-isolatie. Deze materialen zijn vochtbestendig en behouden hun isolerende werking. Vermijd EPS (piepschuim) in vochtige ruimtes omdat het water kan opnemen.
Bij ramen is drievoudig glas met lage-emissie coating de beste keuze. Dit glas laat zichtbaar licht door maar houdt warmtestraling tegen. Combineer dit met goed geïsoleerde raamkozijn om koudebruggen te voorkomen.
De keuze voor isolatiematerialen hangs af van je specifieke situatie. Bij Portaal Check helpen we je graag om de juiste klimaatoplossing te vinden die past bij jouw kantooromgeving. Onze energie-efficiënte infraroodpanelen werken optimaal in goed geïsoleerde ruimtes en zorgen voor een comfortabele werkomgeving zonder ingewikkelde installaties.